Al vanaf mijn vierde levensjaar geniet ik volop van festivals. Dit lijkt misschien wat jong, maar dit leg ik graag uit. Ik ben opgegroeid in Ommen, een dorpje in het noorden van het land. Het bestaat uit hooguit tweehonderd inwoners. Bij elke seizoenswisseling kwamen de mensen van het dorp samen om de lente, zomer, herfst of winter in te luiden met een festival. Ondanks dit kleine aantal mensen wist het dorp er elke keer weer een goed feestje van te bouwen. Iedereen kende elkaar en het was hier dat mijn voorliefde voor festivals begon.
Verhuizen
Toen ik naar de middelbare school ging besloten mijn ouders en ik om te verhuizen. De dichtsbijzijnde middelbare was anderhalf uur fietsen en het onderwijs was niet al te best. We verhuisden daarom naar de Randstad. Volgens mijn ouders zouden scholen en leraren daar beter zijn dan in Ommen. Ik geloofde ze meteen, maar was desondanks verdrietig dat we het herfstfestival zouden mislopen in Ommen. Ons nieuwe huis bevond zich in Moordrecht, een plaatsje naast de grote stad Gouda. Mijn nieuwe school heette het Antoniuscollege en het lag nog geen kwartiertje met de bus van onze nieuwe villa. Het huis was gigantisch vergeleken met ons oude stekkie in Ommen. Een bijkomend voordeel van onze verhuizing was dat mijn vader een betere baan wist te regelen in de omgeving.
Het lentefestival
Op het Antoniuscollege maakte ik gauw vrienden. Samen vormde we een groepje van drie man dat elke lunchpauze samenkwam om plannen te maken voor naschoolse activiteiten. Net zoals ik, hadden mijn nieuwe vrienden een voorliefde voor festivals. Bob, een van mijn vrienden stelde op een dag voor om naar een festival te gaan in België. Het ging om een lentefestival waar zijn neef zou draaien als DJ. Hij kon ons gratis naar binnen loodsen en na het feest mochten we logeren in zijn appartement in Leuven. Ik was nog nooit naar het buitenland gegaan, maar dit lentefestival wilde ik zeker niet missen. De neef van bob zou ons met de auto op komen halen en dan direct doorrijden naar het feest. Daarna zouden we met z’n allen naar zijn appartement gaan om te slapen. Ik pakte mijn rugtas in met alle spullen voor de overnachting, maar kreeg direct pijn in mijn rug toen ik hem om deed. Hoe moest ik nu mijn tandenborstel, lenzen en kleding meenemen naar Leuven? Gelukkig hadden mijn ouders de oplossing: een reistas op wielen. Een paar jaar terug hadden ze er eentje gekocht, maar ze hadden hem eigenlijk nooit gebruikt. Opgelucht haalde ik de spullen uit mijn rugtas en stopte ze in mijn nieuwe reistas. Ik was klaar voor het festival, ik kon het voelen. Een jaar na de verhuizing zou ik dan eindelijk weer een seizoenswisseling feestelijk meemaken. Het voelde weer helemaal als van ouds!